Uitgangspunten begroting

Formele status
Vastgesteld door de Raad

Uitgangspunten voor deze begroting:

  • Alle bedragen in deze begroting zijn in duizendtallen, tenzij anders vermeld.
  • De gecombineerde loon/prijsindex voor de gemeentelijke budgetten en loonsommen in 2017 bedraagt conform de Kadernota 2,5% ten opzichte van de begroting 2016.
  • De gecombineerde loon/prijsbijstelling van de gesubsidieerde instellingen bedraagt conform de Kadernota in 2017 2,5% ten opzichte van de begroting 2016.
  • De tarieven voor de OZB en andere belastingopbrengsten worden in 2017 op grond van de Kadernota trendmatig met 2% verhoogd (los van de eventuele effecten van de herwaardering).
  • De tarieven voor leges en retributies worden bepaald op grond van de afgesproken kostendekkendheidspercentages. De tariefaanpassingen is daarmee een resultante van de kostenontwikkelingen.
  • Alle ramingen zijn in constante prijzen. De baten en de lasten van de jaarschijven 2018 tot en met 2020 zijn gebaseerd op het loon- en prijspeil van 2017.
  • De functionele doorbelasting van de rentekosten via de rente- omslag is in de begroting 2017 op grond van de gewijzigde BBV-wetgeving weer opnieuw ingevoerd. Dit percentage is vastgesteld op 1,6%.
  • Aan grondexploitaties wordt ook rente toegerekend. Dat percentage wordt voor 2017 conform voorgeschreven berekeningen vanuit het BBV vastgesteld op 2,8%.
  • Aan reserves wordt met ingang van 2017 geen inflatie- of rentevergoeding toegekend.
  • De overheadtoerekening aan de onderscheiden programma’s is afgeschaft. Aan investeringen, leges en projecten worden nog wel uren en overhead toegerekend. Voor het overige wordt de overhead op het programma ‘Bedrijfsvoering’ verantwoord.
  • Ten behoeve van de ramingen van het gemeentefonds is het uitgangspunt dat er in 2017 273 extra woningen bijgebouwd worden (ten opzichte van de begroting 2016-2019). In 2018 gaat het om 485 extra woningen; in 2019 530 extra woningen en in 2020 610 extra woningen.
  • Voor de afschrijving van de activa verwijzen wij naar de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen.
  • Voor de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen onderscheiden we drie voorzieningen:
    • een voorziening voor wachtgelden c.a. vanwege de reorganisatie per 1 januari 1997;
    • een voorziening voor wachtgelden van ex-wethouders;
    • een voorziening voor pensioenen van wethouders.
  • Aangezien de overige jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen jaarlijks van vergelijkbaar volume zijn, zijn hiervoor geen voorzieningen gevormd maar zijn deze via de begroting afgedekt.
  • Onze begroting voldoet aan de Begrotingsrichtlijnen zoals de Provinciale Toezichthouder die uitgevaardigd heeft voor de meerjarenbegroting 2016-2019.
  • Conform de door de Raad vastgestelde uitgangspunten handhaven we het financieel solide beleid met een begroting die voor alle jaarschijven van de komende jaren materieel en structureel sluitend is.

Verbonden Partijen

Goed inzicht in de risico’s van de verbonden partijen is van belang voor het totale inzicht in de risico’s van onze gemeente. Daarnaast heeft de raad gevraagd om bij elk programma aandacht te besteden aan de belangrijkste verbonden partijen waar we mee te maken hebben. In de paragraaf Verbonden Partijen brengen we de belangrijkste ontwikkelingen van de verbonden partijen in beeld. Per programma schenken we aandacht aan de belangrijkste verbonden partijen. Dat is dan ook in lijn met de gewijzigde voorschriften vanuit het BBV waarin opgenomen is dat op programmaniveau uiteengezet moet worden welke bijdrage de verbonden partijen leveren aan het bereiken van de programmadoelstellingen.