Decentralisaties sociaal domein

wethouder Fleur Imming

Formele status
Vastgesteld door de Raad

Het beleid in het sociaal domein wordt door de raad integraal en ontschot vastgesteld en aansluitend uitgevoerd en verantwoord. Dit beleid wordt gefinancierd vanuit de integratie-uitkering sociaal domein, andere specifieke- en integratie-/decentralisatie-uitkeringen en tot slot uit de algemene middelen. Begroting en verantwoording vindt plaats in het programma 4. Sociaal domein.

Ontwikkeling budgetten sociaal domein 2017-2020

In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van de integratie-uitkering sociaal domein opgenomen van 2017-2020, zoals die ook in deze begroting is opgenomen. De bedragen zijn conform de meicirculaire 2016. Voor de volledigheid hebben wij ook de bedragen van 2016 opgenomen, zoals die gepresenteerd zijn in de meicirculaire 2016. Zo krijgt u een inzicht waar de grootste wijzigingen zijn opgetreden. De integratie-uitkering sociaal domein bestaat uit de middelen die per 2015 voor de uitvoering van de Jeugdwet en de WMO (het nieuwe deel) naar gemeenten zijn gegaan en uit het participatiebudget zoals dat per 2015 voor de Participatiewet beschikbaar is gekomen.

Integratie-uitkering sociaal domein

(bedragen x €1 mln.)

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Wmo nieuwe taken alle gemeenten

16,1

16,1

15,8

15,6

15,4

15,3

Wmo nieuwe taken centrumgemeente (Beschermd wonen)

32,4

27,3

28,5

29,3

30,0

30,0

Jeugd

39,7

39,7

36,9

37,4

37,4

37,5

Participatiewet: re-integratie

4,2

4,0

3,9

3,9

4,0

4,1

Participatiewet: Wsw

20,5

19,2

17,7

16,3

15,2

14,2

Totaal integratie-uitkering sociaal domein

112,9

106,4

102,9

102,6

102,0

101,1

Middelen uit een integratie-uitkering zijn vrij besteedbaar voor de gemeenten. Wel hebben Rijk en VNG de gemeenten afgesproken dit geld voor de periode 2015-2017 in ieder geval in te zetten voor de uitvoering van de nieuwe gedecentraliseerde taken in het sociaal domein. Dit voornemen is door uw Raad overgenomen in november 2014 en herbevestigd in juni 2016 bij het vaststellen van de Kadernota 2017-2020.

De  integratie-uitkering sociaal domein voor 2017 is 3,5 miljoen lager dan in 2016. De daling geldt voor alle delen met uitzondering van Beschermd Wonen. Overigens is het budget voor Beschermd Wonen in 2016 met €5 mln. gedaald ten opzichte van 2015. De grootste daling voor 2017 zit in de onderdelen jeugd en Wsw. Bij daling bij Jeugd wordt veroorzaakt door de rijkskorting van de eerste 3 jaren en door een andere verdeling van het budget aan de gemeente voor jeugd 18+/voogdij. De daling van het Wsw budget is conform afspraken met betrekking tot de afbouw van Wsw-werkplekken.

Objectieve verdeelmodellen

In 2015 zijn de budgetten voor jeugd en Wmo verdeeld op grond van historische gegevens. Vanaf 2016 wordt stapsgewijs overgegaan op objectieve verdeelmodellen. Voor Beschermd Wonen geldt vanaf 2016 een nieuwe historische veredeling. Met oog op het advies van de commissie Dannenberg en de keuzes die daarover nog gemaakt moeten worden, is besloten om in ieder geval ook voor 2017 het historische model nog te hanteren. De commissie Dannenberg adviseert een verschuiving van de verantwoordelijkheid en het budget voor Beschermd Wonen van 43 centrumgemeenten naar alle gemeenten. Het uiteindelijke doel is opname van de middelen Beschermd Wonen in het verdeelmodel voor de WMO 2015.

Risico's

De transitie en transformatie van het sociaal domein gaat gepaard met grote risico’s. Separaat aan deze begroting verschijnt de Raadsinformatiebrief "Gemeentebrede risicorapportage 2016-2", onderdeel van deze rapportage is de "Risicorapportage sociaal domein 2016-2". Deze gaat in op de belangrijkste financiële en inhoudelijke risico's.

Reserve Sociaal Domein

Bij de herstelbegroting 2015 is de reserve sociaal domein gevormd uit de sociale reserve en de reserve WMO. Deze is met aangevuld vanuit de saldireserve. In 2016 vinden onttrekkingen plaats van voor amendementen zoals aangenomen bij de herstelbegroting 2015 (in totaal € 0,98 miljoen).

Deze reserve dient:

  • ter dekking van risico’s sociaal domein
  • kosten inzake financieel vangnet (aanvulling op het minimabeleid)
  • betalingen aan Stichting sociaal fonds
  • ter voorkoming van wachtlijsten
  • voor innovatie

Als minimumnorm voor de reserve hanteren we, conform motie 2015-091M van 2 juni 2015, handhaving reserve sociaal domein, een minimaal risicodekkend niveau aangevuld met een buffer van 25%. Twee maal per jaar ontvangt u een risicoanalyse. Indien zich een toename van risico's voordoet, zullen we u een voorstel doen teneinde de reserve sociaal domein te handhaven op een minimaal risicodekkend niveau, aangevuld met een buffer van 25%. Bij het vaststellen van de Kadernota 2017-2020 is amendement 2016-101A aangenomen. Hiermee is het maximumplafond van € 10 miljoen voor de reserve sociaal domein opgeheven. 

In uw motie 2016- 94M,  Besteed sociaal geld voor kwaliteit zorg, aangenomen bij de Kadernota 2017-2020, is gevraagd om helder te formuleren volgens welke regels, criteria en principes de reserve sociaal domein kan worden aangesproken teneinde de kwaliteit van zorg te verhogen.

De reserve sociaal domein is een brede reserve. Besteding vindt voor de diverse onderdelen op andere wijze plaats. Hierbij per bestedingsdoel een korte toelichting en de principes en criteria voor het aanspreken van de reserve:

  • Indien risico’s sociaal domein zich manifesteren, zal, indien van toepassing, de financiële dekking in eerste instantie plaatsvinden binnen het budget programma 4 sociaal domein, dan wel een specifieke bestemmingsreserve. Indien niet mogelijk zullen we voorstellen het resterend tekort te dekken uit de reserve sociaal domein. In het kader van de reguliere P&C-cyclus informeren we u twee maal per jaar over de risico’s. Indien van toepassing zullen we u, conform de actieve informatieplicht, tussentijds op de hoogte stellen. Toestemming voor onttrekking aan de reserve, is bij afdekking van risico’s, niet altijd mogelijk voordat de kosten gemaakt worden. Financiële dekking van risico’s die zich hebben voorgedaan, zal in de regel na afloop van het betreffende jaar bij de resultaatsbestemming formeel vastgesteld worden. Resterende tekorten sociaal domein zullen we voorstellen te dekken uit de reserve sociaal domein.
  • Kosten inzake financieel vangnet. Het financiële vangnet is gericht op alle mensen die financieel in de knel zitten. De kosten worden in eerste instantie gedekt uit het budget voor minimabeleid. Indien dit budget niet toereikend is, zullen we na afloop van het betreffende jaar bij de resultaatsbestemming voorstellen deze kosten te dekken uit de reserve sociaal domein.
  • Betalingen aan Stichting sociaal fonds. Bij het coalitieakkoord 2013/2014 is een sociaal fonds van 1,5 miljoen euro in het leven geroepen. Conform raadsbesluit van 26 november 2013 richt dit fonds zich op financiering van financiële problemen van kwetsbare mensen en op het ondersteunen van nieuwe initiatieven in de armoedebestrijding. Dit bedrag  is in de vorm van een subsidiebeschikking toegekend aan de stichting Sociaal Fonds Amersfoort. De subsidie wordt op aangeven van de stichting Sociaal Fonds periodiek overgemaakt. Het nog niet betaalde bedrag is onderdeel van de reserve sociaal do-mein.
  • Extra inzet ter voorkoming van wachtlijsten. De raad heeft uitgesproken geen wachtlijsten te willen. Om wachtlijsten te vermijden kan tijdelijk inzet van extra budget nodig zijn. Indien bij een zorgaanbieder wachtlijsten (dreigen te ) ontstaan, zal deze contact opnemen met de gemeente/wijkteam. Vervolgens bezien we of er capaciteit is bij vergelijkbare aanbieders. Indien dat niet zo is, zullen we extra hulp inkopen, zodat de benodigde zorg wordt geleverd. Indien dit niet past binnen het budget sociaal domein, wordt hiervoor incidenteel budget ingezet ten laste van de reserve sociaal domein.
  • Innovatie. We zitten nu in een transformatiefase. Er zal nog veel geïnnoveerd moeten worden om de bezuinigingsopgave van het Rijk te realiseren en tegelijkertijd tot de noodzakelijke verbetering van de kwaliteit van zorg te komen. Dit gaat gepaard met risico’s en kosten. De kosten van innovatie kunnen voor zover deze niet kunnen worden gedekt vanuit de reguliere budgetten worden gedekt vanuit de reserve sociaal domein. Onttrekkingen aan de reserve voor innovatievoorstellen zullen wij vooraf aan u voorleggen.