Onderwijsbeleid

Formele status
Vastgesteld door de Raad

Ambitie

Kinderen en jongeren in Amersfoort moeten kunnen opgroeien in een prettige en veilige omgeving, waarbij ze maximaal tot hun recht komen en verleid worden hun talenten maximaal te ontplooien. Een goed pedagogisch klimaat draagt bij aan het voorkomen van problemen en versterkt de pedagogische basisinfrastructuur in de stad. De lijnen Onderwijs en Jeugd zijn sterk met elkaar verweven, wat ook tot uitdrukking komt in het Uitvoeringsprogramma Jeugd 2016-2019. Onze ambities hebben we verwoord in dit Uitvoeringsprogramma. We hanteren de principes die ook in het sociale domein centraal staan: het versterken van inwoners en partners in de stad met een ondersteunende en faciliterende rol van de gemeente. Typerend voor het Amersfoortse onderwijs is een passende plek voor elk kind, goede aansluiting op de arbeidsmarkt en een goede samenwerking met en tussen de partijen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van kinderen (denk aan vormgeving en ontwikkeling van passend onderwijs en de jeugdzorg). Waar dit van toegevoegde waarde is, pakken we dit met de regiogemeenten op.

Prestatie-indicator
Doelgroepkinderen die deelnemen aan voor-schoolse educatie
95%
Effectindicator
Basisscholen en scholen voor VO onder basistoe-zicht onderwijsinspectie
98%
Effectindicator
Percentage jongeren van 22 jaar dat beschikt over een startkwalificatie
*
Prestatie-indicator
Aantal ABC-scholen dat werkt vanuit hoogste ambitieniveau
8

Meer informatie over de indicatoren: Lees de toelichting


Doelstellingen

Wij bieden kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar veiligheid door verantwoordelijkheid te geven en te nemen & waardering en betrokkenheid te stimuleren.

Wij bieden ruimte aan kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar voor ontmoeten en ontspannen & uitproberen en ontdekken.

Onze inzet

Veiligheid

In 2019 handelen professionals, die werken met kinderen en jongeren in Amersfoort, vanuit een gezamenlijke pedagogische visie, waarin ruimte is voor eigen invulling op basis van een eigen identiteit. Er is sprake van gelijkwaardigheid en educatief partnerschap en het ontwikkelingsondersteunend gedrag van ouders is toegenomen. We gaan uit van het principe dat verschillen leerzaam zijn. De verbinding tussen school en buurt, schoolse en voor-, tussen- en naschoolse activiteiten, is vanzelfsprekend.

We zetten in op:

  • Ervaring van sociale en fysieke veiligheid, verantwoordelijkheid en betrokkenheid door de jeugd.
  • Realisatie van uitdagingen, gebaseerd op de gezamenlijke pedagogische uitgangspunten. Deze stimuleren de ontwikkeling van de jeugd, zij krijgen ondersteuning als zij problemen ervaren en worden gecorrigeerd als dat nodig is.
  • Ouders die zich gesteund voelen in hun ontwikkelingsondersteunend gedrag, zodat zij hun kind optimaal kunnen stimuleren en begeleiden in de leerloopbaan en daar buiten.
  • Acceptatie van, waardering en respect voor diversiteit en verscheidenheid.

Ruimte

In 2019 kijken we vanuit kansen naar een aantrekkelijk aanbod voor kinderen en jongeren, waarin talenten worden ontwikkeld, ruimte is voor diversiteit, leren en ontwikkelen, kennismaking met nieuwe dingen, andere generaties en slimme verbindingen in de buurt worden gelegd.
In 2019 is de betrokkenheid van ouders bij keuze- en schakelmomenten in de schoolloopbaan van kinderen vergroot en weten jongeren goed wat hun mogelijkheden zijn, ook wat betreft hun positie op de arbeidsmarkt.

We zetten in op:

  • Ruimte voor ontmoeten, ontspannen en ontdekken en de jeugd bepaalt mede hoe deze ruimte wordt ingevuld.
  • Aanbod waarbij de jeugd talenten kunnen ontwikkelen of ontdekken.
  • Arbeidsmarktoriëntatie gericht op maatwerk en competenties van jongeren zodat zij weten wat van hen verwacht wordt op de arbeidsmarkt en wat de arbeidsmarkt hen te bieden heeft.

Er is meer te doen

Hierboven hebben we de werkzaamheden beschreven die gerelateerd zijn aan het Uitvoeringsprogramma Jeugd 2016-2019, maar er is meer te doen. Denk hierbij aan het uitvoeren van de leerplichtwet en de rol van leerplicht ten opzichte van de wijkteams, de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie RMC waarbij we de versnippering van taken gaan verminderen en de regionale samenwerking geïntensiveerd wordt. Als gevolg van de nieuwe wetgeving rondom volwasseneneducatie, waarbij de bestedingsverplichting bij roc’s fasegewijs wordt afgebouwd tot 2018, wordt ook hier de samenwerking met de regio versterkt.

Ook kijken we samen met Stichting ABC naar de rol van ABC scholen in de toekomst. ABC scholen zijn een belangrijke partner binnen de sociale basisinfrastructur en het pedagogisch netwerk. Dit betekent dat we naast het ambitieniveau ook kijken naar de inhoudelijke programma's en inovatieve ideeen die bijdragen aan de versterking van het pedagogisch netwerk voor de toekomst.

Samenwerking

Bovenstaande doelstellingen kunnen niet gerealiseerd worden zonder een goede samenwerking tussen organisaties onderling, met de gemeente en binnen de gemeente tussen verschillende beleidsterreinen. Overdrachts- en overgangsmomenten zijn risicovolle momenten in de samenwerking. Door overgangs- en overstapmomenten goed op elkaar te laten aansluiten, zorgen we ervoor dat elk kind en elke jongere meer haalt uit wat hij of zij geleerd of meegekregen heeft.

De afgelopen jaren hebben we met betrokken partners intensief samengewerkt bij de totstandkoming van beleid. Of het nu ging om de Lokaal Educatieve Agenda of de ontwikkelagenda Passend Onderwijs-Jeugdzorg; zonder de partners in de stad was het er niet geweest. Gedurende het programma Operatie Amersfoort Jong zijn de lijnen Onderwijs en Jeugd steeds meer naar elkaar toegegroeid. Het Uitvoeringsprogramma Jeugd 2016 - 2019 gaat dan ook zowel over het jeugdbeleid als het onderwijsbeleid. Om doelstellingen en ambities waar te kunnen maken, zetten we samen met het veld een volgende stap in de samenwerking. Niet alleen in het voortraject, maar ook bij de implementatie van beleid is een optimale samenwerking van cruciaal belang. Ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheden en (wettelijke) taken. Dit betekent onder andere (nog meer) investeren in de relatie over en weer, zoeken naar nieuwe ‘werkvormen’, vertrouwen in elkaar, elkaar aanspreken indien nodig en ‘loslaten’ als het kan of moet.

Financiën

x €1.000,-

 

In onderstaande tabel wordt het verloop van de begrotingscijfers weergegeven.

  Herstelbegroting 2015 Begroting 2016 Raming 2017 Raming 2018 Raming 2019
  Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten
1 onderwijsbeleid                    
  8.782 5.398 8.807 5.398 8.640 5.398 8.638 5.398 8.628 5.398
Overhead     -700   -734   -731   -722  
Totaal 1 onderwijsbeleid 8.782 5.398 8.107 5.398 7.907 5.398 7.907 5.398 7.907 5.398

De (deel)programmabedragen voor de jaren 2016 en later wijken soms (sterk) af van die van 2014 en 2015. Dit komt omdat de overhead uit alle (deel)programma’s is gehaald en verantwoord wordt op het nieuwe programma 13. Hetzelfde geldt voor de rentebaten en -lasten; die staan nu volledig verantwoord in programma 12.

De overige afwijkingen worden verklaard door:

In de herstelbegroting is besloten maatregelen te nemen vanaf 2016 met een omvang van €0,2 miljoen. Verder is een budget van €0,1 miljoen overgeheveld van basiseducatie naar vrijwilligerswerk en de toerekening van overhead € 0,4 miljoen lager. In totaal daalt het programmaonderdeel met €0,8 miljoen.

Mutaties reserves

Voor VVE is in de herstelbegroting vastgelegd dat we in 2016 een onttrekking aan de sociale reserve doen.

 

Maatregelen.

Het financieel verwerken in de begroting van de al gerealiseerde efficiëntieslag (aanbesteding en aanscherping verordening tot het wettelijk minimum). Deze maatregel wordt gerealiseerd